
Wilgenhakhout als verfraaiing van het landschap, als beschutting in een kippenuitloop of als helofytenfilter. Nu er steeds meer biomassaplantages verschijnen, rijst ook de vraag hoe de wilgen landschappelijk in te passen zodat ze meerdere functies dienen.
Eind vorig jaar oogstte Leisurelands – uitbater van twintig recreatiegebieden – onder grote belangstelling van pers en publiek de eerste wilgen in recreatiegebied Zeumeren, nabij Voorthuizen. De wilgen waren er in het voorjaar 2013 geplant rondom de recreatieplas en zijn ruim twee jaar later zo ver om in de kachel te gaan die het gebouw op het zogenoemde Schateiland verwarmd. Het biomassabos van Zeumeren is een voor- beeld van een wilgenplantage die niet al- leen is aangeplant voor de productie van biomassa, maar meerdere functies dient. In dit geval als landschappelijke verfraai- ing van het recreatiegebied.
Snelstijgende vraag
Stichting Probos onderzoekt momenteel samen met diverse partijen (onder meer Wageningen Universiteit, het Innovatienetwerk, Bioniers en bureau H+N+S) welke functies wilgenplantages kunnen vervullen en hoe ze ruimtelijk kunnen worden ingepast. De vraag naar houtige biomassa stijgt namelijk snel. Maar waar kun je het beste biomassaplantages aanleggen en op welke manier? Volgens Martijn Boosten van stichting Probos – die tijdens de wilgenoogst in recreatiegebied Zeumeren een presentatie hield – zijn met name restgronden zoals braakliggende (bedrijven)terreinen geschikt voor biomassateelt en de locaties waarop het groen meerdere functies dient. „Grootschalige teelt op landbouwgrond is niet wenselijk. Enerzijds zijn biomassaplantages niet concurrerend, anderzijds moeten we voorkomen dat de teelt van biomassa de productie van voedings- en voedergewassen verdringt.’’ Van de snelgroeiende boomsoorten als populier, els, es, wilg en robinia, die snel zijn te oogsten
en na de oogst weer rap uitlopen, heeft Nederland met wilg de beste ervaringen opgedaan, aldus Boosten. Om de twee tot vier jaar kan er van geoogst worden.
Grootschalige wilgenplantages op landbouwgrond zijn dus niet wenselijk, maar de wilgen kunnen wel in combinatie met landbouw worden toegepast. Als windsingel rondom akkerbouw- of fruitteeltpercelen bijvoorbeeld. Daarmee vang je meerdere vliegen in een klap.
Je produceert biomassa en daarnaast trekken de wilgen allerlei insecten aan die als bestuivers van gewassen kunnen optreden of juist als bestrijders van schadelijke insecten. Daarnaast vormen de wilgen een dicht scherm waardoor ze de wind reduceren en spuitnevel afvangen bij het toepassen van gewas- beschermingsmiddelen.
’Kiplekker onder de wilgen’
Een ander voorbeeld van het combineren van functies, is de aanplant van wilgen ín kippenuitlopen. Samen met het Innovatienetwerk heeft Probos de mogelijkheden daarvan onderzocht bij vier pluimveebedrijven. In de pilot ’Kiplekker onder de wilgen’ is in 2013 totaal 2,75 ha aan wilgen aangeplant. Daarmee wordt niet alleen de beschikbare grond dubbel benut, maar ook de leefomgeving van de kippen verbetert. De kip is namelijk van oorsprong een bosvogel; de wilgen geven de dieren beschutting tegen roofvogels en wind en regen. Eind vorig jaar is de pilot afgerond, de conclusies waren onder meer dat onder invloed van de wilgen de uitloop beter gebruikt wordt door de kippen, bovendien ziet de uitloop er mooier uit. Volgens Boosten is het potentieel aan kippenuitlopen dat beplant zou kunnen worden met wilgen voor biomassa fors: zo’n 2.300 ha. Deze zomer werd het eerste wilgenfilter van Nederland geopend op het Biesbosch Museum Eiland. Dit is een derde toepassing van wilgen in functiecombinatie. Het wilgenfilter is 100 m2 groot en reinigt al het afvalwater uit het museum. Wilgenzuivering wordt al langer in Scandinavië toegepast. Ter vergelijking: in Enköping ligt een wilgenfilter van 76 ha groot. Stichting Probos heeft het type naar Nederland gehaald samen met adviesbureau Bioniers en Wetlantec. Wilgen verdampen veel water en nemen uit water snel meststoffen op. Elke twee jaar zullen de takken worden geoogst, voor gebruik in de biomassakachel van het museum. Omdat de wilgen voortdurend voedselrijk water tot hun beschikking hebben, zal uiteindelijk ook meer biomassa van het perceel geoogst kunnen worden. Vanwege de fytoremediatie-eigenschappen van wilgen ziet Probos ook veel potentieel in het beplanten van vervuilde terreinen zoals voormalige stortplaatsen en baggerdepots.
Lees hier het hele bericht: Tuin en Landschap